Ruiken en voelen

Ruiken en voelen

‘Kun je nu ook beter horen enzo?’ Een veelgestelde vraag. Horen gaat sinds ik hoorapparaatjes heb behoorlijk goed. Het enige lastige is te filteren en te focussen op hetgeen voor mij belangrijk is om te horen. Maar daar wil ik het vandaag niet over gaan hebben. Ik wil het hebben over die ‘enzo’.

Ruiken

Dat gaat me goed af, soms iets té goed. Als ik bij Jet bij de opvang ben, is het een explosie aan geuren waarbij billendoekjes en een volle luier de meest herkenbare zijn. Bij het peuterzwemmen of in de speeltuin komen deze aroma’s ook regelmatig voorbij. Vaak check ik dan toch effe snel of ik aan de beurt ben of dat ik fris adem kan halen en dat een andere ouder feest heeft.

Ik geloof er wel in dat ik mijn neus sterker gebruik dan gemiddeld. Ik geloof ook dat dit vanzelf gaat en ik dit niet bewust doe. Waarom ik dit denk? Vaak merk ik een geur op en als deze vermeldingswaardig is, dan zegt een ander ook vaak ‘ohja, nu je het zegt’. Het kunnen lekkere geuren zijn zoals parfum, bloemen of de geur van eten. Wanneer ik bij mijn ouders thuis kom rond etenstijd, toevalligerwijs kom ik regelmatig rond die tijd, probeer ik buiten al te raden wat mijn moeder aan het koken is, wat best aardig lukt.

Toen ik in Apeldoorn revalideerde ging ik wekelijks met mijn mobiliteitstrainster de straat op om van alles en nog wat te oefenen. Ze daagde me eens uit om met mijn ogen gesloten door de winkelstraat te lopen en te raden of ik op geur winkels kon herkennen. De visboer en frietkraam waren eenvoudig. Ook Etos en Kruidvat kon ik als drogisterij herkennen. Daarna werd het lastiger. Wel herkende ik enkele kledingzaken. Dit echter niet door de geur maar door de ‘fancy-chill-muziek’ die er standaard klinkt. Of dit een goed of slecht teken is laat ik in het midden. Deze oefening deed mijn mobiliteitstrainster ook met andere slechtzienden. Een van mijn soortgenoten wist met zekerheid de ICI Paris te herkennen. In haar enthousiasme riep ze dit hard over straat. Ze bleek echter naast een mevrouw te staan die een stevig parfum droeg. Ochja kleinigheidjes hou je toch.

Een van de lekkerste geuren vind ik die van benzine. Bij een tankstation maak ik toch altijd even het portier open om een flinke teug benzine tot me te nemen, nasaal dan hè. In het verleden ging ik vaker met de solex van m’n pa naar school. In de klas rook ik dan soms een beetje naar benzine. Ik kan je vertellen dat ik dan wel dé man in de klas was. Ik laat dan wel even weg dat ik een zorgopleiding deed en ook de énige man in de klas was.

Verreweg de beste geur is die van vers gemaaid gras. Die geur overtreft alles. Ik kan eigenlijk niet eens uitleggen waarom, het is een beleving. Voor mensen uit de stad: gras zijn allemaal korte groene sprietjes die uit de grond groeien. Je kent het misschien van een voetbalveld. Hier hebben we er weilanden vol mee, ik heb het zelfs in mijn tuin. Vorig jaar kreeg ik van een vriend een cadeautje. Het bleek een flesje te zijn met daarin de geur van vers gemaaid gras. Heerlijk om af en toe een keer mee te sprayen.

Tegenover lekkere geuren staan natuurlijk ook dingen die enorm stinken. Hondenpoep en sigarettenrook vind ik toch wel hele gore. Gelukkig heb ik sigaretten altijd vies gevonden waardoor ik ook nog nooit gerookt heb. Deze geur herkende ik ook meteen tijdens een geurtest die ik enkele jaren geleden deed bij een onderzoek in het Radboud UMC. Ik kreeg 50 verschillende geuren te ruiken waar ik er 45 goed van had. Daarbij wil ik wel even vermelden dat de ruimte waar de test werd afgenomen net was geverfd (behoorlijk onhandig inderdaad). Hierdoor had ik de eerste vier geuren fout. Toen ik de verflucht een beetje kon negeren, maakte ik nog maar één fout in de volgende 46. Dat was tot dan toe het beste resultaat ooit. Je hoeft maar ergens trots op te zijn toch?!

Gevoel

Veel dingen gaan ook goed op gevoel. Tijdens mijn zelfverdedigingslessen ging trainer Davy voor me staan waarna ik mijn ogen sloot. Hij koos dan een kant, links of rechts van me, waar hij naartoe liep. De muziek stond hard aan waardoor ik hem niet kon horen lopen. Negen van de tien keer wist ik de juiste plek aan te wijzen. Misschien ken je zelf het gevoel dat je bekeken wordt, wat dan vaak ook klopt.

Vorig jaar was ik voor het eerst op de familiedag van mijn vriendin. Daar werd een spel gespeeld waar twee houten kisten op de grond lagen met een gat erin. De kisten lagen een meter of tien uit elkaar en het was de bedoeling om pittenzakjes van de ene kant naar de andere kant te gooien, precies in het gat. Alle spellen die ik speelde won ik en bij de familie ontstond bijna twijfel aan mijn slechte zicht. De reden dat dit zo goed ging is simpel. De pittenzakjes zijn allemaal even zwaar en de kist ligt stil. Het eerste zakje is het uitgangspunt, daarna werd ik gecoacht of ik harder, zachter en meer naar links of rechts moest gooien. Als je het gevoel dan eenmaal hebt, gaat het best aardig.

Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld jeu de boules. Een tijd geleden speelden we dit met de oudprinsenclub. Mij werd gezegd hoever het balletje lag. Vervolgens was mijn eerste bal weer het uitgangspunt. Daarna werd me verteld welke richting ik meer op moest waarna ik zeker 5 à 6 keer mijn bal tegen het kleine balletje aan wist te leggen. Tijdens dit jeu de boules toernooi verloor ik met mijn teamgenoot de finale. We gingen echter toch met de prijzen naar huis, omdat toen ik de winnaars vroeg of ze blij waren dat ze van een blinde hadden gewonnen, alle eer was weg. Dan blijft de vraag staan: is het erger om te winnen of te verliezen van een blinde?

Als dingen statisch zijn, lukt een hoop op gevoel. Een dynamische sport als voetbal gaat echter veel te snel en daar kan ik helemaal niets meer. Ik denk wel dat bij statische dingen iedereen kan wat ik kan. Probeer maar eens een voetbal of tennisballetje 10 meter ver te rollen. Als je eenmaal weet hoe de bal rolt, dan komt ie altijd wel tussen de 8 en 12 meter terecht. Datzelfde geldt voor mij. Alleen geloof ik ook dat het er wel vreemd uitziet wanneer ik met een stok aan kom lopen en vervolgens de pittenzakjes perfect gooi.